Blogs
Het belang van een goed reddingsvest is dus van groot belang. Maar hoe komt u er achter of een reddingsvest nog goed is?
Er kan gesproken worden van twee types reddingsvesten. Dit zijn:
Een vaste stof reddingsvest is het welbekende soort reddingsvest dat zichzelf niet opblaast. Vaste stof reddingsvesten zijn gemaakt van een vaste schuimkern waardoor het drijfvermogen veroorzaakt wordt. Dit type reddingsvest is er voor veel verschillende gewicht categorieën, controleer daarom goed of het niet een te licht reddingsvest is.
Bekijk regelmatig of de schuimkern van het reddingsvest nog intact is en geen tekenen van slijtage vertoont. Na verloop van tijd gaat het schuim wat inzakken waardoor het drijfvermogen verliest. Als dit gebeurt, wordt het tijd om het reddingsvest te vervangen. Bekijk ook of het buitenmateriaal van het reddingsvestvest, de naden, ritsen en gespen nog onbeschadigd zijn.
Momenteel zien we steeds meet automatische reddingsvesten. Automatisch geactiveerde reddingsvesten werken met een speciaal (cellulose) tablet die een krachtige veer tegenhoudt. Zodra dit tablet vochtig wordt, lost hij op en slaat de veer een gat in de CO2 patroon waardoor het reddingsvest zorgt voor drijfvermogen. Bij automatische reddingsvesten zijn verschillende krachten. Zo wordt er bijvoorbeeld gesproken over kracht in Newton.
Natuurlijk hebben kinderen een minder sterk reddingsvest nodig dan volwassenen. De capaciteit van een reddingvest wordt uitgedrukt in Newton, waarbij 10 Newton gelijk staat aan 1 kilo drijfvermogen.
Als u de volgende punten naloopt, kunt u rekenen op een goed functionerend vest.
1. Zoek het etiket of het label waarop de capaciteit van het vest genoemd staat. Tot 50 Newton hebben we te maken met een drijfhulpmiddel, 150 Newton is voor licht gebruik in de zomer, 275 Newton is het standaardvest voor over uw zeilpak.
2. Draai de CO2-patroon uit het vest en kijk het na: alleen als de patroon is doorboord of verroest is het toe aan vervanging. Een beetje vaseline op de patroon en de schroefdraad beschermt tegen corrosie. U kunt een O-ring zien zitten die voorkomt dat het opgeblazen vest lekt. Pas op dat die erin zit en blijft zitten!
Nu kan het vest niet meer per ongeluk opblazen en kunt u het rustig bekijken. Pakt u er nog eens de gebruiksaanwijzing bij van de fabrikant. Het kan u een hoop wijzer maken over de specifieke eigenschappen van uw vest.
PAS OP: punt 3 en 4 zijn afhankelijk van het type vest dat u heeft. Zie gebruiksaanwijzing (eventueel downloaden van de website van de fabrikant!)
3. De smelttablet losmaken en bekijken. Zit er een groen vlakje aan het activeringsmechaniek, dan klapt dat uit als de smelttablet niet meer in orde is en activeert het mechaniek. In een vochtige omgeving kan de tablet verpulveren. Het gevolg is dat de CO2-patroon wordt geactiveerd. Zo nodig dus (laten) vervangen door een nieuwe tablet.
4. Bedien het activeringsmechaniek met de hand (door aan het koordje te trekken) en zie hoe de pin omhoog komt om de CO2 patroon te doorboren.
5. Om te zorgen dat het vest áán blijft, moet de ceintuur het vest op zijn plaats houden. Dat betekent dat er aan het eind een stopper zit die voorkomt dat de ceintuur spontaan losschiet. U kunt ook de ceintuur omzomen aan het eind. De gesp moet in goede conditie zijn.
6. Eventuele houtje-touwtjes waarmee u het vest aan uw jack kunt bevestigen kunt u beter niet gebruiken. Trekt u de jas plus vest even uit, dan is de verleiding groot om het vest niet meer met de ceintuur te sluiten. U loopt dan het risico dat u de jas én het vest kwijt bent als u te water zou raken.
7. De KNRM wil het gebruik van kruisbanden bevorderen. Moet u uit het water worden getild, dan komt uw vest met u erin weer aan boord. Zou u van grote hoogte te water moeten springen, dan kan het vest uit geraken tijdens de het te water raken door omhoog te schieten. Kruisbanden voorkomen dit. Doe ze niet te strak om luchtinsluiting in uw kleding te voorkomen. Natuurlijk moet ook bij het gebruik van kruisbanden de ceintuur aangetrokken zijn, anders drijft uw vest wel, maar u niet…
8. U kijkt tenslotte het hele vest nog eens na op slijtplekken of mogelijke beschadigingen. Zo nodig kan het keuringstation een reparatie doen. Informeer bij de fabrikant.
9. Om te testen of het vest niet lekt, blaast u het vest het liefst op met een pompje. Als u het opblaast met de mond, komt er vocht in de long van het vest. Natuurlijk wel zorgen dat de CO2-patroon en de smelttablet uit het vest gedraaid zijn. U laat het in opgeblazen toestand 24 uur liggen. In de zomer kunt u er ook even mee te water gaan: nu kunt u uw reddingvest eens in werking meemaken!
10. Alles in orde? Plaats alle onderdelen terug en vouw het vest zorgvuldig op volgens de gebruiksaanwijzing. Een verkeerd opgevouwen vest kan weigeren. Zorg dat het touwtje van het activeringsmechaniek bereikbaar is, maar gebruik het niet als houvast. Bewaar het vest op een hangertje.
Voor opvarenden van een snelle motorboot (een boot die sneller kan dan 20 km/u) is het verplicht om voor elke opvarende een reddingsvest aan boord te hebben. Dus geen zwemvesten van 50N, maar minimaal 100N. Wanneer bestuurders staand sturen moet deze bestuurder ook verplicht een reddingsvest om hebben. Zit u als opvarende buiten, of staat u in de cabine? Dan is een reddingsvest niet verplicht.
« Terug naar alle berichten